Voorbeelden kindercoaching

Regelmatig krijgen we de vraag: ‘maar hoe ziet kindercoaching er eigenlijk uit?’. Belangrijk om te weten, omdat je op die manier kunt inschatten of het wellicht iets voor je kind kan zijn. Tegelijkertijd ook lastig om uit te leggen, omdat we de coaching aanpassen aan de behoeftes van elk kind. We hebben geen vastliggend protocol, maar kijken wat er nodig is. Om toch wat meer informatie te geven, beschrijven we hieronder een aantal kindercoachsessies.

 

Luuk (5 jaar)

Luuk is een 5-jarige jongen uit groep 2 van een reguliere basisschool. Hij heeft een ontwikkelingsvoorsprong en de meeste werkjes uit de klas gaan hem heel gemakkelijk af. Als hij een keer een werkje krijgt dat hem niet direct lukt, geeft Luuk direct op. Hij zegt dan dat hij het niet weet en gaat iets anders doen. Doel van de coaching is om Luuk meer inzicht te geven in wat ‘leren’ eigenlijk is, zodat hij moeilijke opdrachten niet meer ontwijkt.

Tijdens de begeleiding werk ik met Luuk met de BeeBot, een robot die je kunt programmeren. Luuk heeft deze nog nooit eerder gezien, maar is wel erg nieuwsgierig en wil graag weten hoe het werkt. Ik leg hem de betekenis van de knopjes uit en laat hem even experimenteren. Dan bouwen we met plankjes een parcours waar de BeeBot doorheen moet rijden. Luuk probeert de robot op zo’n manier te programmeren dat ‘ie direct zonder problemen door het parcours rijdt. Dat lukt niet: Luuk blijkt een fout gemaakt te hebben bij het invoeren en de BeeBot botst tegen een van de plankjes aan. Luuk kijkt me aan en is duidelijk geschrokken. Ik leg hem uit dat het heel logisch is dat dit gebeurt: hij heeft dit immers nog nooit eerder gedaan! Luuk hoort het aan en begint dan spontaan de BeeBot opnieuw te programmeren. Dit keer lukt het wel! Ik bespreek met Luuk de stappen van zijn leerproces: hij ziet iets nieuws, luistert naar de uitleg (hoe werken de knopjes), doet een eerste poging, probeert het gewoon opnieuw en dan lukt het! Luuk speelt nog even verder met de robot en heeft veel plezier. We kunnen nu ook nog een laatste stap toevoegen aan het leerproces: iets nieuws leren kan ook heel erg leuk zijn!

 

Sara (8 jaar)

Sara is een 8-jarig meisje uit groep 5. Ze is onlangs overgestapt van een reguliere school naar een school met klassen voor voltijds hoogbegaafdenonderwijs. Sara heeft zich altijd aangepast en vindt het moeilijk om aan te geven wat ze zelf wil. In de klas lijkt ze vrolijk en blij, maar thuis zijn er heftige woede-aanvallen en geeft Sara aan dat ze het eigenlijk helemaal niet leuk vindt op school. Doel van de coaching is om Sara’s zelfvertrouwen te vergroten, waardoor ze zichzelf durft te laten zien.

Voorafgaand aan de begeleiding hoor ik van de ouders van Sara dat het lastig is op school. Sara geeft aan dat ze het niet leuk vindt op school, maar de leerkrachten zien een vrolijk kind. Tijdens de begeleiding bespreek ik dit met Sara. Tegelijkertijd maak ik een tekening. Ik teken eerst Sara met een gedachtenwolkje boven haar hoofd. Ik vraag haar wat zij vindt van school (‘ik vind het vooral stom’) en schrijf dat op. Vervolgens vraag ik ook aan Sara wat ze op school doet (‘ik doe gewoon mee’) en schrijf dat ook op. Dan teken ik de juf en ik leg Sara uit dat de juf afgaat op wat zij van Sara ziet (dat ze gewoon meedoet). Wat zou de juf denken? Dat weet Sara heel goed: ‘de juf denkt dat het goed met mij gaat en dat het schoolwerk goed bij mij past’. Ik bespreek met Sara de voor- en nadelen van deze situatie. In sommige situaties is het prima om niet alles van jezelf te laten zien; daarmee kun je ook onbegrip en teleurstelling voorkomen. In andere situaties is het wel handig om wat meer van jezelf te laten zien, bijvoorbeeld als anderen je daardoor beter kunnen helpen. Sara zou voor een aantal vakken wel uitdagender werk willen; in dat geval is het handig als de juf weet wat er in haar hoofd omgaat.

Een aantal dagen later krijg ik een berichtje van de moeder van Sara. Sara had bij de leerkracht aangegeven dat ze zich niet altijd prettig voelt in de klas en ze hadden samen een gesprek kunnen voeren over wat er gedaan kan worden om dat te veranderen.

 

Jasper (11 jaar)

Jasper is een 11-jarige jongen uit groep 8 van een reguliere basisschool. Hij heeft het naar zijn zin op school, waar hij altijd veel lol maakt met zijn vrienden. Tegelijkertijd zien zijn ouders en leerkracht ook dat hij het uitdagendere werk regelmatig niet maakt. Jasper kan iets, of hij kan het niet, en als hij denkt dat hij het niet kan, gaat hij het ook niet proberen. Met het oog op de overstap naar het voortgezet onderwijs, willen ze graag dat hier verandering in komt. Doel van de begeleiding is om Jasper meer inzicht te geven in zijn eigen sterke kanten én hoe hij die kan inzetten bij (uitdagend) werk.

Tijdens de begeleiding met Jasper speel ik veel spellen. We spelen eerst een tactisch spel: hier is Jasper ontzettend goed in. Hij denkt vooruit, ziet alle mogelijkheden en maakt daarin een slimme keuze. Na afloop bespreek ik met Jasper hoe het komt dat hij keer op keer van mij wint. Dat weet Jasper eigenlijk niet goed. Hij heeft weinig zelfvertrouwen en weet niet welke kwaliteiten en strategieën hij allemaal inzet. Dat is logisch, want zijn denkproces gaat zo snel, dat hij zich niet bewust is van wat er allemaal in zijn hoofd gebeurt. En dat is ook lastig, omdat hij dan niet weet wat hij moet doen als hij iets niet direct weet. Ik analyseer met hem het spel: wat moet je allemaal kunnen om goed te zijn in dit spel? Dat weet Jasper wel: vooruit denken, verschillende mogelijkheden afwegen en keuzes maken. Ineens valt er een kwartje bij Jasper: als deze dingen nodig zijn voor het goed spelen van het spel, en als hij blijkbaar erg goed is in dit spel (want: hij wint steeds), dan zouden dit best wel eens kwaliteiten van hem kunnen zijn. We spelen nog andere spellen en komen erachter dat Jasper ook een uitstekend geheugen heeft en sterk is in het bedenken van oplossingen voor een probleem.

Als we vervolgens een nieuw, uitdagend spel spelen, loopt Jasper in eerste instantie weer vast: hij ziet het antwoord niet direct en blokkeert. Samen kijken we terug naar de afgelopen spellen en bekijken of we daarbij een kwaliteit van Jasper hebben ontdekt, die hij nu ook zou kunnen inzetten. Jasper ziet al snel dat ook bij dit spel vooruitdenken van belang is en dat ook bij dit spel keuzes gemaakt moeten worden. Door de herinnering aan de eerdere spellen groeit zijn zelfvertrouwen, waardoor hij het nieuwe spel durft aan te gaan. Ook weet hij nu concreet welke kwaliteit hij kan inzetten om met succes (en plezier) het spel te kunnen spelen. De volgende keer bespreken we op welke manier hij deze kwaliteiten ook op school kan gaan inzetten.

 

Bureau Flore
Monique Jonkers

Monique: bel 06 463 88 469 of mail
Nickey: bel 06 24 17 55 34 of mail

Maalkoppelweg 4
4105 HH Culemborg