Een tijdje geleden maakte ik in mijn praktijk kennis met Niek. Ouders meldden hem aan omdat hij weinig aansluiting had met leeftijdgenoten.

Niek was een vrolijke, welbespraakte jongen. Op het eerste oog leek hij prima in zijn vel te zitten. Later bleek dat dat alleen de buitenkant was. Emoties benoemen was lastig voor hem, en nog moeilijker was het om te voelen wat hij precies voelde. Al vanaf de kleutergroep voelde Niek zich anders. En dat anders-zijn voelde voor Niek als een persoonlijke afwijzing. Ze moesten hem niet! Dat maakte dat hij een muurtje had gebouwd rond zijn gevoelens. Hij liet ze niet meer toe, in de hoop daarmee ook de pijn niet meer te voelen. Omdat hij dat nu al zo lang deed, zat hij erg in de knel. Hij stikte bijna in zijn gevoelens.
En hoewel het traject bij mij lastig was voor Niek, zette hij door, omdat hij zo gemotiveerd was. En waar hij eerst lange verhalen vertelde, tot in detail, werd hij nu stiller. Luisterde meer, eerst naar zichzelf (wat wilde hij eigenlijk) en naar de ander (wat wilde die eigenlijk zeggen). Waardoor er meer ruimte kwam in de contacten, en er als vanzelf vriendschappen ontstonden. De laatste keer dat hij bij me kwam, vertelde hij geen lange verhalen meer. Hij zat op het puntje van zijn stoel, klaar om weg te gaan, naar buiten toe, naar zijn vrienden!

Monique Jonkers
juni 2015